Wat doe je wanneer
Voor de ontwikkeling van vegetatie is het tijdstip van maaien van belang. Maaiadvies is afhankelijk van de voedselrijkdom van de bodem en de reeds aanwezige beplanting. We onderscheiden twee situaties. Ga je omvormen naar kruidenrijk grasland of heb je dit al en wil je het kruidenrijk grasland in stand houden? In beide situaties ga je op een ander moment maaien.
Omvormen naar kruidenrijk grasland:
Heb je een hoogproductieve soortenarme grasbegroeiing, dan is het nodig om de eerste maaibeurt vroeg in het seizoen uit te voeren. Check wel of er grondvogels broeden die u zou kunnen verstoren.
- Stap 1: Eind april/begin mei: maaien van het sinuspad.
- Stap 2: Mei/begin juni, maaien van de binnenzijde van het sinuspad.
- Stap 3: Evt. tussendoor nogmaals maaien van de binnenzijde, afhankelijk van de productiviteit van de vegetatie.
- Laatste stap: Eind september: maaien van de buitenzijde van het sinuspad.
In stand houden kruidenrijk grasland:
Is de bodem niet extreem voedselrijk en is de begroeiing reeds soortenrijk, dan kunt u de eerste maaibeurt uitstellen tot na 15 juni (na het broedseizoen). Daarmee houdt u de aanwezige soortenrijkdom in stand.
Stap 1: Eind mei / begin juni: maaien van het sinuspad.
Stap 2: Na 15 juni, maaien van de binnenzijde van het sinuspad.
Stap 3: Eventueel tussendoor nogmaals maaien van de binnenzijde, afhankelijk van de productiviteit van de vegetatie.
Stap 4: Eind september: maaien van de buitenzijde van het sinuspad.