Kennisbank Veenontginningslandschap

De gebiedskenmerken van het veenontginningslandschap

In de laatste ijstijd verspreidde de wind het zand van de droge zeebodem en rivierbeddingen als een deken over het landschap. In sommige gebieden stuwde de westenwind het zand op in kilometers lange dekzandruggen. In de laagten tussen de dekzandruggen kon het regenwater moeilijk weg. Hier ontstonden veengebieden. Na het afgraven van het veen werden de gronden voornamelijk als grasland gebruikt. Er ontstonden lange percelen met agrarische bebouwing op de kop van de kavels. Langs de vele afwateringssloten stonden aan weerszijden knotbomen. Zo ontstond een besloten landschap met halfhoge bomen.

Veenontginningslandschap

Op en rond het erf

Heggen en hagen

Heggen of hagen kunnen voorkomen rondom de voortuin, moestuin, boomgaard of als perceelsscheiding of scheiding tussen de weilanden. In het weiland of om de boomgaard kwam van oudsher meidoorn of een gemengde doornhaag voor. Rondom de voortuin gaat de voorkeur uit naar meidoorn, veldesdoorn of haagbeuk.

Hoogstamboomgaard

In dit landschapstype zijn boerenboomgaardjes een waardevolle aanvulling. In zo’n boomgaardje stonden fruitbomen voor de eigen voorziening. Denk daarbij aan een handappel, moesappel, stoofpeer, handpeer pruim en kers. Niet alle soorten zijn zelf bestuivend, sommige rassen hebben een ander ras nodig om vrucht te kunnen dragen. De adviseur van SLG kan helpen met de rassenkeuze.

Knotbomen en elzensingels

Knotbomen vormen al eeuwenlang een vertrouwd beeld in het Nederlandse cultuurlandschap. Bepaalde boomsoorten werden vroeger geknot om gebruikshout te leveren. Echter deze wijze van houtproductie is niet meer rendabel en hierdoor dreigen deze markante knotbomen uit het landschap te verdwijnen. Knotbomen staan vaak in rijen en vormen groene linten in het landschap. Oudere noestige knotbomen bieden een schuil- en nestplaats voor allerlei diersoorten. Een voorbeeld hiervan is de steenuil. Diverse soorten planten, mossen en paddenstoelen vinden een goede humusrijke voedingsbodem in vermolmde delen van oude knotbomen.
In deze gebieden gedijen boomsoorten die hoge waterstanden verdragen.
Knotbomen van zwarte els, schietwilg en gewone es zijn in dit landschapstype te vinden langs sloten en (voormalige) perceelranden.
Knotelzen komen veelvuldig voor op armere en vochtige gronden én zijn kenmerkend voor gebieden waar kwelwater aan het oppervlak komt.
Bekende plekken waar knotelzen voorkomen zijn: omgeving Zwartebroek, gemeente Barneveld, Veluwe.

Solitaire bomen

Op het erf staat vaak een solitaire boom, zoals een walnoot, kastanje of linde.

Traditionele verdeling erf

De taakverdeling tussen de boer en boerin heeft een belangrijke invloed gehad op de traditionele erfinrichting. De taken waren duidelijk verdeeld en daarmee de grond rondom de boerderij ook. De voor- en achterkant worden nog altijd door een denkbeeldige lijn tussen de verschillende gebouwen van elkaar gescheiden. Deze lijn kan globaal over het gehele erf worden doorgetrokken, waardoor de functionele scheiding tussen wonen (voor) en werken (achter) goed zichtbaar wordt. De vrouw had de verantwoordelijkheid over het woongedeelte, het daarbij liggende terrein met de bleek, de moestuin, de huisweide, eventueel de siertuin en de boerenboomgaard. Op de boerderij werd dat meestal het voor” genoemd. De man had de verantwoordelijkheid voor de dieren, de wagens, de werktuigen en het bedrijfsgedeelte. Kortom, hij had de zorg voor het achter”.

Voor en achter structuur Boerenerf

Tips over aanleg en onderhoud van beplanting

Wil je landschapselementen aanleggen of juist meer weten over het onderhoud hiervan? Ga naar de kennisbank voor informatie of een filmpje over de aanleg en het beheer van een landschapselement.

Landschapselementen