Het inmiddels zeer gevarieerde bos is de afgelopen jaren omgetoverd van een vergeten arboretum naar een bos waar je kan dwalen tussen oude statige bomen en heel veel bijzondere nieuwe boomsoorten.
In 2011 ontdekte Leo Goudswaard, bosbouwkundige van Wageningen Universiteit het bestaan van Arboretum Oostereng. Hij ging ter plekke op onderzoek uit en vond nog vele karakteristieke bomen die ooit waren aangelegd door de bekende Nederlandse tuinarchitect Leonard Springer. Met studenten en vrijwilligers is sinds die tijd hard gewerkt om het arboretum in ere te herstellen.
In het begin betekende dat bramentrekken, paden aanleggen en heel veel nieuwe aanplant. Inmiddels telt het arboretum meer dan 600 soorten bomen en planten.
Marielos Peña Claros, professor in tropische bossen ecologie van Wageningen Universiteit & Research omschreef het in haar jubileumspeech als volgt: “Het voelt zoals in Bolivia, waar ik ben geboren. Daar kunnen 300 boomsoorten op een hectare voorkomen”.
Er is er een enorme rijkdom aan insecten, zoogdieren en vogels. Zo timmert de zwarte specht er geregeld lekker op los, vind je er de bijzondere parelmoervlinder, meer dan 31 verschillende soorten zilversparren, heel veel paddenstoelen en veel meer. Die rijkdom ontstaat omdat het arboretum op natuurlijke wijze wordt beheerd en de natuur haar gang mag (blijven) gaan.
In het arboretum is ook een vlindertuin gerealiseerd met een financiële bijdrage van Stichting Landschapsbeheer Gelderland.